Marian Kort
Hoe Assepoester een ondernemende kunstenares werd
Interview door Judy Lohman. Fotografie: Wouter Koster en Marian Kort
De start van Marians leven is niet bepaald gemakkelijk geweest. Al jong, op haar vijftiende, moest ze voor zichzelf zorgen en letterlijk de handen uit de mouwen steken. Maar eerst lezen we hoe ze in Limburg opgroeit in een gezin met negen kinderen.
Vaders aflaat
Het is september 1950 als Marian het levenslicht ziet nadat twee zussen haar zijn voorgegaan. Deze heuglijke gebeurtenis vindt plaats in Stein, een middelgrote plaats in Zuid-Limburg. Haar vader werkt als ICT’er avant la lettre bij de Staatsmijnen, de voorloper van DSM. Het was een (overheids)bedrijf dat na de oorlog goed voor zijn personeel zorgde. Zo neemt het bedrijf de verantwoordelijkheid voor de huisvesting van zijn werknemers; een gedachte die in de huidige tijd van woningnood weer opborrelt. Het gezin verhuist van Stein naar Heerlen waar het hoofdkantoor van de Staatsmijnen gevestigd is.
Ze komen terecht in een ruime woning waar uiteindelijk negen kinderen het gezin compleet maken. Aan de buitenzijde is het een onberispelijk gezin. Goed gekleed, goed gevoed, verzorgde gebitten en uitstekende manieren. Uiteraard met een strikte gang naar het lof en de mis, alles onder strenge regie van de vader. Want hij is de generaal met de kinderen als goed gedrilde soldaten en een bescheiden, wegkijkende moeder die zich voegt. Ze waarschuwt regelmatig. ‘’Pas op, vader komt zo thuis’’, ‘’Wees stil, vader leest de krant,’’ of de bekende oneliner ‘’God ziet alles’’. Er komt een sprekend beeld naar voren uit Marians narratief.
De kindertjes, een trappetje vormend van aflopende leeftijden, zitten braaf aan tafel met de handjes op de tafelrand en mogen onder geen enkele voorwaarde spreken want het nieuws op de radio moest altijd beluisterd worden. Ook niet denken, want dat doet vader wel. Wil je als kind liever geen extra aardappel of jus? Dan krijg je juist extra en daar wordt geen weerwoord op verwacht. Hoewel het gezin een onberispelijke indruk maakt, is het geen gemakkelijke tijd voor Marian. Ze voelt zich een toeschouwer en kan moeilijk omgaan met de tegenstrijdige signalen van haar vader. Zo ‘speelt’ hij soms met zijn bundel kinderen op de grond, terwijl zij als enige van een afstandje staat toe te kijken. Zijn autoritaire gedrag valt voor haar niet te rijmen met deze onverwachte uiting van genegenheid.
Als ze twaalf jaar is naait ze de jurkjes voor haar zusters en zusjes, alleen op het kleine kamertje boven de erker. Een paar dubbeltjes per jurkje verdient ze zo “bij’. Daar zit ze dan als een Assepoester, alleen achter de snorrende naaimachine. Ze vraagt zich al vroeg af of ze niet per ongeluk in dit gezin terecht is gekomen. Immers, iedereen is blond en zij met haar donkere haren en andere bouw wijkt ze af. Een gedachte die niet vreemd is bij veel kinderen, maar die door haar familie wordt bevestigd. ‘’Het klopt, je bent in een mandje achter een boom gevonden, gewikkeld in een blauw dekentje’’. Een didactisch gezien ondoordachte uitspraak die een grote impact heeft op een sensitief achtjarig kind. Pas op haar zestigste herkent ze toevallig en tot haar schrik en daarna opluchting in het silhouet van één van haar zusters een duidelijke trek van haarzelf. Maar dan zijn we wel een halve eeuw verder.
Op haar vijftiende gebeurt er iets wat haar verdere leven zal tekenen. Ze geeft weerwoord. Dat brave meisje durft opeens haar mond open te doen tegen het vaderlijk gezag. Een unicum waar ze kort erna een hoge rekening voor gepresenteerd krijgt. Met de kennis van nu geeft het haar dé zet in haar leven, die haar al jongvolwassen maakt. Maar eerst krijgt ze een historische afranseling. Hoewel de vader normaal zijn gezag alleen met woorden kracht bijzet, achtervolgt hij haar tot in haar slaapkamertje waar ze letterlijk bont en blauw wordt geslagen en uiteindelijk uit het raam moet vluchten om erger te voorkomen. Haar mooie horloge, dat ze met het eerste spaarzame geld van een bijbaantje heeft gekocht, gaat aan gruzelementen. Iets wat ze tot op de dag van vandaag betreurt.
De volgende dag kan de verbeelding niet bevatten. Komt er een nederig excuus van de vader of helende woorden van de moeder als baken van troost? Nee. Alleen een zakelijke vraag van haar moeder of ze meegaat om haar te vergezellen bij het boodschappen doen. Gezeglijk als ze is gaat ze mee en tot haar verbazing is de eindbestemming Brunssum. Brunssum?! Daar komt ze zonder overleg terecht in een villa waar (jonge, katholieke) meisjes zitten die als gezinsverzorgsters moeten werken. Haar tot dusver gevolgde en bijna afgemaakte opleiding tot coupeuse verdampt tot haar grote spijt ook nog eens ter plekke. Daar zit ze dan. Op haar vijftiende, nog net geen zestien. Er wordt van haar verwacht dat ze de mouwen opstroopt en aan de slag gaat bij diverse katholieke gezinnen. Sommige heel sociaal, gezinnen die voor haar als een warm bad aanvoelen, andere juist asociaal met talloze kinderen op vuile, blote voetjes. In de bijtende vrieskou moet ze in een hout gestookte koperen ketel de torenhoge was doen.
Het sprookje van Assepoester gaat door. We spreken over 1966. En vader? Die heeft blijkbaar toch enig schuldgevoel over zijn weggestuurde lieve, brave dochter. Hij betaalt een intensieve schriftelijke cursus van de Amerikaanse Famous Artist School waarmee ze haar ontluikende creatieve talent verder kan ontwikkelen en zaken leert als perspectieftekenen, reclame, allerlei schildertechnieken, anatomie van het lichaam van mens en dier en meer. Er zit druk achter want de opdrachten moeten drie jaar lang om de zes weken opgestuurd worden. Waar haar huisgenoten in Brunssum zich ‘s avonds vergapen aan Peyton Place, zit Marian, na haar zware lichamelijke werk, onder het genot van klassieke muziek en met het puntje van haar tong tussen haar lippen, gebogen over het tekenpapier. Alleen op haar kamertje.
DE PRINS OP DE BROMMER
Zoals dat in sprookjes gaat, is er ook nu sprake van een prins. Meerdere zelfs, daarover later meer. De eerste prins heet Louis. Waar je het bij Boer Zoekt Vrouw vaak mis ziet gaan als de boer(in) een rationele keuze maakt, is dat ook zo bij Marian. Immers, Louis heeft niet alleen een brommer maar zit ook op de HBS. Hij moet dus een goed stel hersenen hebben en dat maakt hem, zo redeneert Marian, een prima potentiële vader. Stapelverliefd is deze prinses op haar prins en hij op haar. Ratio wordt voor het altaar werkelijkheid en intussen heeft ze ook nog eens een prachtige uitzet bij elkaar gewerkt. Nadat ze in Heerlen zijn gaan wonen stopt Marian met werken en gaat geheel op in haar twee mooie, en uiteraard slimme kinderen. Het is echter een fuik waarin ze terecht is gekomen met een man die er door zijn harde werken vaker niet dan wel is.
VLUCHT NAAR HAARLEM
Marian verpietert zonder dat ze zich er bewust van is. Haar oudste zus schat haar situatie beter in en stelt de simpele vraag waarom ze niet in Haarlem gaat wonen? Gewoon, bij haar in de buurt? In een totaal andere plaats, zonder last en ruggenspraak om daar een nieuwe start te maken? Louis is van nature geen persoon die tegenstribbelt en zoekt een baan in Haarlem. Om de verhuizing te bekostigen verkoopt Marian haar met zorg bijeengesprokkelde uitzet om de verhuizing te bekostigen. Zo komen ze uiteindelijk in Haarlem terecht waar ze in de prachtige historische binnenstad een pand kopen, een opknapper.
Marian stroopt haar mouwen weer op. Ze gaat helemaal los. Haar energie is tomeloos en niet alleen spreekwoordelijk. Ze opent een winkel met handgemaakte spullen en andere kunstzaken. De basis voor haar latere leven in Workum en Harlingen ontkiemt daar, juist op die plek. Zoals te verwachten was lopen de levens van Louis en Marian niet meer synchroon. Ze zijn beiden piepjong getrouwd en hun behoeften verschillen te zeer. Ze zijn begin dertig en hebben nog een heel leven voor zich. Marian blijft in het huis en bedenkt iets ludieks. Ze zet ‘’Het Mierennest’’ op. Zo’n 250 mensen melden zich na haar oproep met allerlei fraaie handgemaakte zaken die zij na aftrek van courtage verkoopt. Ze struint veilingen en bazaars af op zoek naar antiek en curiosa. Haar ondernemersgeest krijgt vrij baan.
DE PRINS DIE HAAR NAAR FRIESLAND BRACHT
Na een aantal jaren alleen te zijn geweest is Marian natuurlijk nog steeds een jonge vrouw. Ze is begin dertig met twee jonge kinderen als ze een advertentie met goed overdachte wensen in de NRC zet (‘’ze moeten uiteraard wel slim zijn…’’) waar 26 interessante en leuke mannen op reageren. Het typeert Marian dat ze met allemaal een afspraak maakt en er uiteindelijk, na veel wikken en wegen, drie overhoudt. Ook hier lijkt het wel Boer zoekt Vrouw. Uiteindelijk kiest ze voor Paul. Een sprankelende, energieke man met twee, ook nog jonge kinderen.
Na een aantal jaren kiezen ze ervoor om samen te gaan wonen op voorwaarde dat Marian het volwassenenonderwijs mag gaan volgen, even geen winkel hoeft te runnen en moeder mag zijn voor de vier kinderen. Het huwelijk houdt helaas geen stand. Hoewel ze dol zijn op elkaar, liggen de opvoedkundige opvattingen te ver uiteen. Het is een lastige situatie waarin Marian de conclusie trekt dat Paul niet op het juiste moment in haar leven is gekomen. Ze kiest voor haar kinderen en lijkt terug bij af.
De inmiddels verhuurde winkel neemt ze weer zelf in gebruik. Zonder het Mierennest, maar naast de antiek & curiosa, ook met haar eigen werk. Marian weet vanaf 1984, op haar 34ste, dat haar bestemming in het maken van kunst ligt en ruimt daar steeds meer tijd voor in. Daarmee voegt zij zich bij vijf andere familieleden (één broer en vijf zussen) die zich ondertussen allemaal met kunst bezighouden. Van keramiek, fotografie, objecten, schilderen tot kunstrestauratie. Om financieel meer armslag te krijgen neemt Marian daarnaast nog een baan bij het Reinaldahuis, een woonzorgorganisatie waar ze activiteitenbegeleidster wordt. Dat zijn een paar lastige schoteltjes die ze tegelijk in de lucht moet houden. De opvoeding van twee kinderen, het runnen van de winkel, het volgen van volwassenonderwijs, het maken van kunst en ook nog een parttimebaan.
Door welke prins komt ze dan uiteindelijk in Friesland? Dat is Peter. Een charmante, aanwezige, erudiete man. Zeventien jaar ouder en reeds zeventien jaar vrijgezel. Hij woont in Apeldoorn, zij in Haarlem. De kinderen zijn al uit huis als Peter na een lange fietstocht, in zijn eentje, bedenkt dat hij toch de stap durft te zetten om samen te gaan wonen. Eindelijk, de kogel is door de kerk. Ze vatten het plan op om iets in het noorden, dus Groningen, Drenthe of Friesland, te gaan zoeken. Voor Marian betekent dat weer een nieuwe start in een totaal andere omgeving. Ze laat haar familie, haar winkel, haar sociale netwerk achter. De wensenlijst is helder. Uiteraard een atelier en winkel voor Marian en voor Peter een tuin en genoeg ruimte voor zijn mancave. Na veel zoeken zien ze uiteindelijk een piepkleine advertentie in een huis-aan-huis blad staan waarin een lagere schoolgebouw in Workum te koop staat. Ze gaan meteen kijken. Wat volgt is geschiedenis.
DE CARILLONS VAN WORKUM
Daar zitten ze op het terras onder het voor Marian zeer vertrouwde (Haarlemse) geluid van een carillon. Een geluid dat onbewust bijdraagt aan de keuze voor Workum. Ze hebben het enorme pand van 560 vierkante meter van buiten bekeken. Marian is enthousiast en ziet tal van mogelijkheden. Peter ziet vooral problemen die volgens haar best op te lossen zijn. Immers, raampjes zijn te vervangen en scheefliggende dakpannen kun je recht leggen. Na aanvankelijke aarzeling van Peter koopt Marian het pand en beginnen ze met een grootscheepse renovatie. Beneden was door de vorige eigenaars (een kunstenaarsvereniging) al een prachtige galerie gemaakt. Dus behalve ruimte voor een atelier en winkel krijgen ze ook nog beschikking over een expositieruimte. Het sprookje tussen Peter en Marian eindigt echter al na een half jaar. Het samenwonen werkt gewoon niet. Het is Marian die de moeilijke beslissing maakt waarna zij en Peter in goede harmonie uit elkaar gaan. Vervolgens moet ze opeens in haar eentje dit enorme pand exploiteren. Na een dip herpakt ze zich. En hoe. Ze tovert negen kamers om tot een B&B die ze aankleedt met oude schoolzaken, en natuurlijk met veel antiek en curiosa die ze nog steeds verzamelt. In de eetzaal zet ze antieke lessenaartjes. Het levert haar een trouwe schare klanten op, ook tijdens de diverse Workumse feestdagen. Ze verbouwt een andere zaal en verhuurt die voor theater, zang, schilder- en tekencursussen. Workum is blij met haar. Ook door de exposities (50 in totaal) die ze organiseert, elke zes weken eentje waarbij ze de affiches, de PR zelf voor haar rekening neemt. Ze omschrijft het als een echt hele mooie periode in haar leven. Ook een tijd waarin ze na het toeristenseizoen alle tijd over heeft om zich helemaal op de kunst te storten. Van 2005-2007 gunt ze zichzelf een beeldhouwopleiding in Koudum bij Herma Bovenkerk.
Aan alles komt een einde, niet alleen bij sprookjes. Uiteindelijk wordt na zo’n 27 jaar het gebouw met al zijn faciliteiten te groot voor haar om te exploiteren. Na enkele jaren te koop te hebben gestaan, vindt het nieuwe rentmeesters. Het pand is in goede handen. Marian kan met een gerust hart vooruitkijken.
HARLINGEN
Zij zoekt iets ‘’kleiners’’ maar wel, uiteraard zou ik bijna zeggen, met ruimte voor een winkel en een atelier, een onafscheidelijke combinatie na al die decennia. Het wordt het door haar gedoopte Kunsthuis Kort aan de Brouwersstraat nr. 8 waar ze zelfs twee ateliers heeft. Ze staat nog tussen de verhuisdozen als er door een Zilt-lid al wordt aangebeld. Die was niet de enige. Ze wordt door meerdere leden uitgenodigd om lid te worden. Marian op haar beurt is blij met Zilt. Waarom? Ze heeft een groep gelijkgestemden gevonden die haar op gezette tijden ook inspireren. Ze geniet van de activiteiten, de avonden in de Hamer, in de zomer de tuinavonden bij de leden. Ze heeft zelfs bestuurswerk op zich genomen als penningmeester en gaat met een Zilt-vriendengroepje geregeld uitbreken zoals naar Ameland naar de kunstmaand of naar het museum van Groningen.
Wat ze tot slot nog kwijt wil is dat haar periode in Harlingen ook in het teken heeft gestaan van het overlijden van haar zoon. Elk mens krijgt tegenslagen te verwerken. Dit is een gebeurtenis waarvoor woorden ontoereikend zijn. Ze heeft haar handen laten werken om dit enorme verlies te omvatten.
Marian, dank dat je je inspirerende levensverhaal hebt willen delen met ons.
Judy Lohman
Bekijk ook het portfolio van Marian Kort
Website van Kunsthuis Kort